2 - Hoe de twee talen van tweetalige kinderen elkaar beïnvloeden
Twee talen zijn beter dan één taal #2. Hoe de twee talen van tweetalige kinderen elkaar beïnvloeden.
Alle kinderen leren beetje bij beetje te praten, allemaal op dezelfde wijze. Maar tweetalige kinderen moeten twee talen leren, tegelijkertijd.
Marie: Mam (in het Frans)
Ahmad: Mam (in het Frans). Mam (in het Arabisch).
Mei: Mam (in het Frans). Mam (in het Chinees).
In hun hersenen zijn de twee talen niet volledig gescheiden, maar zijn ze verweven. Er zijn 5 hoofdtypes van interactie tussen de twee talen van tweetalige kinderen.
Het eerste type heet code switching.
Code switching vindt plaats wanneer iemand de ene zin in de ene taal zegt, en de andere zin in een andere taal. Dit gebeurt ook wanneer Ahmad een vraag krijgt in de ene taal en antwoordt in de andere taal.
Ahmad: Gefeliciteerd! (in het Frans) Hallo! (in het Arabisch). Vind je het cadeau leuk? (in het Frans)
Nour: Ja! ( in het Frans)
Ahmad: Fijn! (in het Arabisch)
De tweede interactie tussen talen heet code mixing. Code mixing vindt plaats wanneer Liang een paar woorden in het Chinees zegt wanneer ze Frans praat. Het feit dat tweetalige kinderen de talen mixen betekent niet dat ze in de war zijn.
Bo: Kan ik (in het Frans) een appel krijgen (in het Chinees)?
Moeder van Bo: Ja (in het Chinees), natuurlijk! ( in het Frans)
Het derde type interactie heet vertraging. Ahmad heeft meer tijd nodig om zijn twee talen te leren, in vergelijking met Marie die alleen Frans spreekt. Sterker nog, Ahmad kent minder woorden in het Frans dan Marie. Maar als we ook kijken naar de woorden die Ahmad in het Arabisch weet, kent hij meer woorden dan Marie!
Marie: Ja, moeder, vader, appel (in het Frans)
Ahmad: Ja, moeder (in het Frans), vader, appel, huis (in het Arabisch)..
De vierde interactie heet versnelling. De taalontwikkeling van tweetalige kinderen kan sneller gaan dan die van hun eentalige leeftijdsgenootjes. Bijvoorbeeld, Bo is beter voorbereid om te leren lezen dan Marie omdat zij gewend is om teksten te zien met Chinese tekens en teksten met letters van het Franse alfabet.
Het laatste type interactie heet transfer, of overdracht. Tweetalige kinderen kunnen sommige elementen die typisch voor de ene taal zijn, overdragen naar de andere taal. In sommige gevallen leidt dit tot taalfoutjes. Bijvoorbeeld, Pablo kan soms ‘hij’ zeggen in plaats van ‘zij’, omdat hij in het Spaans normaal niet het onderwerp hoeft te benadrukken.
Pablo: ‘ Zij is grappig!’
In andere gevallen, kan transfer leiden tot positieve resultaten. Bijvoorbeeld, het kunnen lezen in het Spaans helpt Pablo om beter te lezen in het Engels! Kortom, de twee talen van tweetalige kinderen kunnen elkaar beïnvloeden. Vaak is dit goed, maar soms kan dit ook leiden tot foutjes. Maak je hier geen zorgen over: Deze foutjes zijn normaal en zullen in verloop van tijd simpelweg verdwijnen!
Leerkrachten: Maak je geen zorgen!